Streamers:

 ‘In Nederland zijn er bijna geen galeries die internationaal van betekenis zijn’

 ‘Puur natuur daar kan ik eigenlijk heel weinig mee ’
 
 ‘Overal ter wereld zie je jongeren die hetzelfde doen.’
 

=======================================================

 

KOEN VERMEULE 

 

‘Ver boven de werkelijkheid uitgetild’

 
 
TEKST: ETIENNE BOILEAU
ATELIERFOTOGRAFIE:MAURITSGIESSEN
 
Deze zomer is in Rijksmuseum Twente een groot overzicht te zien van de schilder Koen Vermeule. Zijn monumentale landschappen, soms raadselachtige straatscènes en intieme gouaches zijn een antwoord op de toegenomen behoefte aan verstilling en concentratie.
 
Een interview met Koen Vermeule (Goes, 1965) vergt inzet en precisie. Met beweringen die hem niet zinnen, veegt hij de vloer aan. Alsof hij op de judomat staat. Onlangs nog behaalde hij de Derde dan in die sport. Toch is Vermeule geen harde man; niet voor niets gaf hij de videofilm die hij in 2004 over judo maakte, de titel De Zachte Weg. Zes judoka’s tonen daarin onder regie van Vermeule hun atletisch kunnen onder van opzij binnenvallend licht. In Nederland en daarbuiten geniet Vermeule vooral bekendheid als schilder van hedendaagse ‘cityscenes’, en uitgesponnen landschappen met diepe voren in de klei en weidse horizonnen. Toegankelijk werk dat zowel krachtig en gevoelig is, en ook een goed beeld geeft van de tijd waarin we leven. Het overzicht in Rijksmuseum Twenthe dat vanaf begin juni te zien is, beslaat een selectie uit de werken die Vermeule de afgelopen tien jaar maakte.
 

Internationale doorbraak
Een oud schoolpand uit de negentiende eeuw vlakbij de Utrechtsestraat in Amsterdam. Op de tweede etage heeft Vermeule zijn atelier. Her en der staan ingepakte schilderijen tegen de wand. Ik spreek hem voordat het werk op transport naar München gaat, de stad waar hij dit  voorjaar een solo in de gerenommeerde Duitse Galerie Wittenbrink. In juni volgt dan zijn overzicht in Twenthe. Twee belangrijke exposities binnen één jaar. Wordt dit zijn doorbraak? Vermeule reageert voorzichtig:
“Natuurlijk hoop ik dat mijn tentoonstelling bij Galerie Wittenbrink in München mijn internationale doorbraak betekent, maar je weet natuurlijk nooit wat er uitkomt. Wel is Duitsland een veel krachtiger land dan Nederland; daar kan een stroming echt op de trein worden gezet. In Nederland zijn er bijna geen galeries die internationaal echt van betekenis zijn, en connecties hebben met belangrijke galeries in New York en Londen. Daardoor zijn ze niet in staat een kunstenaar internationaal te positioneren.”
Wel belangrijk voor Vermeule’s internationale carrière waren de presentaties van zijn werk die Kunsthandel Borzo afgelopen jaren tijdens TEFAF gaf. Vorig jaar kocht het beroemde museum Albertinum in Dresden er het fenomenale werk Tokyo Dreamer (2010). Een meditatief doek, waaropeen jeugdige bezoeker in een Japans museum voor een schilderij in slaap is gevallen. Voor- en achtergrond zijn gedetailleerd  weergegeven, maar concurreren qua aandacht niet met elkaar. Een schilderij met veel diepte, wat vooral veroorzaakt wordt door de spiegelende museumvloer. Door het van opzij vallende licht worden schaduwen van andere bezoekers op de vloer gereflecteerd; een methode die Vermeule vaker in zijn werk gebruikt.
Tokyo Dreamer is de belangrijkste aankoop van mijn werk die ooit gedaan is. Op verschillende blogs en in tijdschriften werd juist dat schilderij eruit gelicht, tussen alle duizenden werken die je op TEFAF zag. Later heeft het Albertinum nog twee andere schilderijen van mij aangekocht: The Poet Playing (2010) en Sunset Blue (2011). Het laatste werkiseen romantische zonsopgang in de Biesbosch, die zich afspeelt boven een contrasterende abstracte, blauwe vorm. Die vorm is eigenlijk niet te duiden; het kan van alles zijn. Deze drie werken komen in het Albertinum in een aparte zaal te hangen, die geheel gewijd is aan schilders van mijn leeftijd uit het voormalige Oost-Duitsland. Daaronder Neo Rauch, de belangrijkste schilder van de Neue Leipziger Schule.” 

Landschappen en details  
Terwijl de fotograaf van Tableau z’n werk doet, laat Vermeule muziek horen die hem op titels voor werken heeft gebracht of gewoonweg inspireert. Veel rockmuziek uit de jaren tachtig, maar ook rap, reggae en klassieke muziek. Daaronder het Stabat Mater van Vivaldi: een opname uit ’95, gezongen door countertenor Andreas Scholl. Dan vertelt hij over zijn werkwijze:
“Op reis heb ik altijd een camera bij me. Van een paar vluchtige opnames stel ik later een collage samen. En soms haal ik ook beelden van internet. Die snapshots vormen een houvast om aan een schilderij te gaan bouwen. Maar meestal maak ik eerst een gouache voor ik aan een schilderij begin. Al vanaf het begin word ik getriggerd door jongeren, die zich met alledaagse dingen bezig houden. Ter afwisseling van zo’n ‘cityscene’ met jongeren schilder ik soms een landschap, maar alleen landschappen die door de mens zijn vormgegeven. Puur natuur, daar kan ik eigenlijk heel weinig mee; dan heb ik te weinig structuur en houvast.”
Dat menselijk ingrijpen levert bij Vermeule grote contrasten in een landschap op. Hij houdt ervan dingen samen te brengen die tegelijkertijd ook wringen. Neem het werk Scape (2011): brede banen plastic waarmee akkers zijn afgedekt, eindigen tegen een hoger gelegen weidegebied, met aan de einder een fel contrasterende baan donkerblauwe lucht. Zijn strandlandschappen bevatten bijna allemaal langgerekte pieren of grote dammen die ver de zee insteken. Dat soort abstracte vormen in het landschap geven structuur aan Vermeule’s schilderijen en bepalen in hoge mate de opbouw van zo’n werk. Door bepaalde details te isoleren en sterk uit te vergroten wordt het oorspronkelijke onderwerp ver boven de werkelijkheid uitgetild; gesublimeerd.
 “Zo’n groot landschap is een venster op de wereld; het geeft je het gevoel dat je er werkelijk bent. Er kan een enorme verstilling en rust van uitgaan. In Rijksmuseum Twenthe hangen  straks zo’n dertig bruiklenen in verschillende zalen, waaronder een stuk of vijf grote landschappen en in een kleiner zaaltje wat gouaches. Tegelijkertijd met de tentoonstelling is er een boek over mijn werk verschenen met de titel High above Ground. Ulrich Bischoff, de directeur van het Albertinum, is één van de inleiders die er een essay voor heeft geschreven. Ik durfde hem eerst niet te vragen, maar heb toch de stoute schoenen aangetrokken en hij reageerde meteen enthousiast.”
 
Melancholie en jongerencultuur
Boven zijn inleiding kopt Ulrich Bischoff ‘Drama en Melancholie’. En inderdaad, kijk naar Vermeule’s donkere nachtlandschappen, zoals het atmosferische Naar Renesse (2002). Vanaf de hoek rechtsonder kruipt de kustlijn langs een inktzwarte snelweg over een dam langs zee, en buigt daarna in een luie beweging af naar de einder. De schuimende branding wordt weergegeven door enkele paarse, mintgroene en zwarte verfstreken. Ook de duinenpartij in de verte is grotendeels zwart gehouden; alleen het strand en de zwoele avondlucht lichten op. Een indringend en melancholisch werk, dat de sfeer van reizen en afscheid nemen mooi verbeeldt.
Vermeule’s schilderijen van jongeren doen daarnaast ook verhalend aan. De ‘global nomads’ die hij schildert, zet hij in een geluidloos vacuüm neer. Het zijn veelal in zichzelf gekeerde jongeren met een aura van eenzaamheid. Ze lijken op figuren uit een roman van de Japanse schrijver Haruki Murakami. Ook diens hoofdpersonen hangen wat rond, lezen een brief, of versturen een smsje zoals in The Call uit 2008. In Murakami’s romans wordt de liefde weliswaar met regelmaat bedreven, maar echt beklijven doet ze niet. Met een ironisch werkende afstand zet hij in zijn boeken een fraai beeld neer van naar geluk zoekende jongeren in Japan. Een land dat Vermeule vanwege zijn fascinatie voor judo ook meerdere malen heeft bezocht.
“Murakami is mijn favoriete schrijver. Maar weet wel dat mijn straattaferelen zich niet tot Japan beperken; ze kunnen zich overal ter wereld afspelen. Of het nou Amsterdam, Tokyo, of New York is, overal zie je jongeren die er hetzelfde uitzien en zo’n beetje dezelfde dingen doen.”
We kijken naar het schilderij Island dat in zijn atelier aan de wand hangt. Twee Japanse meisjes hebben een kleedje uitgerold in een winkelcentrum en zijn daarop gaan zitten.
Vermeule: Die meisjes heb ik hier in Amsterdam gezien, en het winkelcentrum op de achtergrond komt uit Japan. Ik heb beide foto’s samengevoegd tot één beeld. Het ene meisje haalt iets onduidelijks uit haar tas en de ander heeft een minilaptopje op schoot.”
 
Afstand en observatie
Van een heel andere orde is het werk Glasshouse, waarop een man met een Arabisch uiterlijk  een dutje doet op een natuurstenen verhoging van een peperduur kantoorpand. In de glazen pui van het pand worden de omliggende wolkenkrabbers weerspiegeld. Het werk siert de cover van zijn jongste catalogus. De geschilderde figuur lijkt dood, maar kijk je beter dan zie je dat hij elk moment zijn over elkaar gekruiste voeten kan bewegen. De onderdrukte glimlach op zijn lippen doet bovendien vermoeden dat de man een spel met ons speelt. Met zijn hele houding lijkt hij te willen zeggen: ‘Wat nou Wilders, ik heb het hier prima naar m’n zin!’ Vermeule reageert lachend, maar ook enigszins afhoudend.
“Dat mag je zo opvatten, maar politiek speelt geen enkele rol in mijn werk. Natuurlijk ben ik teleurgesteld door gevestigde politici die kunstenaars en musea momenteel als subsidieslurpers wegzetten, dat vind ik echt afzakken. Maar in mijn werk speelt politiek geen rol. Ik houd bewust afstand en geef mijn figuren graag anoniem weer. Ben ook wel eens ‘Ein stille Beobachter’genoemd. Het gaat me in mijn werk overigens niet alleen om observatie maar ook om de weergave van een besef van vergankelijkheid. In dat opzicht is Seurat
heel belangrijk voor me geweest. Kijk, hier dit boekje met tekeningen van hem. Het zijn prachtige observaties in krijt; ik heb het daarom altijd bij de hand.”
 
Rijksmuseum Twenthe
Koen Vermeule. High above Ground
9 juni t/m 30 sept 
www.rijksmuseumtwenthe.nl

Copyright 2012 © Etienne Boileau
 



Atelier Koen Vermeule met op de achtergrond het schilderij 'Island'