Ontwikkelingen in de beeldende kunst
 

Deden eerder disciplines als mode, opera, theater, film en literatuur hun intree in de beeldende kunst, de laatste jaren zien we vooral de inbreng van nieuwe inzichten in wetenschap en technologie: gentechnologie, digital printing, robots… En vaker dan voorheen  engageren kunstenaars zich met politiek-sociale en ecologische thema’s. De (technische) mogelijkheden en actualiteiten van de dag vormen de tools van de kunstenaar. Een overzicht van de meest recente ontwikkelingen in de beeldende kunst. Tekst Etienne Boileau

De voorbije jaren maakte de beeldende kunst een enorme transformatie door. Zo drong fotografie op grote schaal de kunstwereld binnen door de introductie van technische mogelijkheden waarmee foto’s op aanzienlijk formaat geproduceerd konden worden. Design werd niet langer meer gezien als een simpel ontwerp voor een stoel of vaas; door bredere toepassingsmogelijkheden, werd design beeldender en inhoudelijker. Zo kreeg TEFAF een eigen designafdeling en richtten musea aparte afdelingen voor design in. De nieuwe presentatie van de vaste collectie van het Stedelijk Museum Amsterdam onder de naam Stedelijk Base omvat allerlei soorten kunst, gemend met vormgeving. Ook disciplines als mode, opera, video en literatuur maakten hun entree in de kunstwereld. Meer recentelijk zijn kunstenaars gebruik gaan maken van kunstmatige intelligentie, genmanipulatie, 3D Printing en zelfs robots. Al die ontwikkelingen bieden ongekende perspectieven en mogelijkheden, maar roepen ook vragen op: Hoe ziet een dergelijk kunstwerk eruit, na toepassing van zo’n nieuwe techniek? Wat zijn de thema’s van deze tijd? En welke landen zijn momenteel in opkomst?

High tech toepassingen
Eén van de belangrijkste toepassers van digital printing, robotisering en nieuwe technologie is vormgever-kunstenaar Joris laarman, vooral bekend vanwege zijn Bonechair. Een stoel die hij ontwierp op basis van algoritmes, afgeleid van groeiprocessen in bomen en botten. Maar er is meer. Begin dit jaar wordt er een brug gelegd over de Oudezijds Achterburgwal in Amsterdam, die in het atelier van Laarman door robots is geprint. Nog opmerkelijker is zijn ontwerp voor de fraai gestileerde Half Life Lamp, een lichtgevende lamp gebaseerd op gentechnologie ontwikkeld door een hoogleraar die indertijd werkzaam was aan de Universiteit Twente. Via hem kwam Laarman aan cellen afkomstig van hamsters. Die werden genetisch gemodificeerd met het gen van een vuurvlieg. Zodra die gemodificeerde cellen in contact komen met een enzym dan lichten ze op. Laarman maakte er een lamp van, die hij met de cellen bestreek, waardoor de lamp licht geeft in het donker. Ze staat onder een glazen stolp met op de bodem het levende, organische enzymmateriaal om de lamp te kunnen voeden. Volgens Laarman kent de biologie de meest efficiënte manier van dingen maken. Laarman: Ik ben heel erg voor het Ministerie van de Toekomst. De technologie gaat veel sneller dan de politiek kan bijbenen. Je zou een ministerie moeten hebben met mensen die alleen maar bezig zijn met wat er over tien jaar gaat gebeuren. Zo is het nu al mogelijk met behulp van gentechnologie kinderen met blauwe ogen te krijgen. En wat dacht je van muggen die genetisch zodanig aangepast kunnen worden dat ze geen malaria meer overdragen?”
Het summum aan technologie past het Aziatische collectief teamLab in zijn ontwerpen toe. Speciaal voor restaurant Sagaya in Tokyo ontwierpen zij de kunsttoepassing Worlds Unleashed and then Connecting, waarbij met behulp van kunstmatige intelligentie kleurrijke beelden van bloemen en vogels op vloeren en wanden realtime worden geprojecteerd. Bezoekers van het restaurant kunnen er dezelfde vogels die ze op het servies aantreffen realtime ook als animatie zien rondvliegen. Met deze uitermate originele kunsttoepassing staat teamLab bovenaan de door mij samengestelde LXRY list 2018 Best of the Best.

Computers en robots
Een grote liefhebber van computerkunst is de Spaanse kunstenaar Daniel Garcia Andújar, die tijdens documenta 14 opviel met zijn door robots gemaakte tekeningen. Die waren onderdeel van zijn veel grotere installatie The disasters of War/Trojan Horse. Voor de sterk op elkaar gelijkende tekeningen bestudeerde Andujar de geschiedenis van het folteren en martelen; veel van dezelfde afschrikwekkende handelingen bleken steeds weer terug te keren. Andujar legde de meest voorkomende martelingen door middel van driedimensionale animaties op de computer vast. Later liet hij de animaties met behulp van een computerprogramma door een robot op papier tekenen. Tijdens documenta 14 hingen zijn bescheiden tekeningen op dezelfde hoogte vlak naast elkaar. Het geheel gaf een merkwaardig afstandelijk beeld; de robot bleek de pijnlijke handelingen geanonimiseerd te hebben. Ook de Rotterdamse kunstenaar-filosoof Marcel Wesdorp gebruikt de computer voor zijn kunstuitingen. Zijn eerste fotografische landschap baseerde hij op de data die de NASA hem aanleverde in de vorm van dem files, waarmee de hele aardkorst digitaal in kaart was gebracht. Met die gegevens kon Wesdorp een landschap samenstellen op de computer met behulp van een 3D computerprogramma en ‘fractal rendering’. In de jaren erna wist hij een tweede aaneensluitend landschap op de computer te maken met een formaat van 320 miljoen pixels. De film die daaruit ontstond met de titel I wish I couldn’t lie, bracht een schitterende meer dan vier uur durende vlucht boven een virtueel landschap met kraters, kliffen en bergen in beeld.

Mode en performances
Niet alleen nieuwe technologie maar ook interessante cross-overs met toepassingen uit de wereld van de mode en het theater deden de afgelopen jaren hun intrede in de kunstwereld. Dat meestal vaak in de vorm van installaties, shows en performances. Denk aan de Nederlandse modeontwerpster Iris van Herpen, die afgelopen jaar de Johannes Vermeer Prijs ontving. Haar ontwerpen, die aan de sculpturale kant van het mode-spectrum staan, zijn momenteel toonaangevend binnen de internationale modewereld. De jury roemt Van Herpen vanwege haar multidisciplinaire aanpak; zo werkt zij niet alleen samen met architecten, choreografen en musici maar ook met internationaal vermaarde wetenschappers. Vorig jaar liet zij zich voor haar haute couture collectie Aeriform inspireren door Deense onderwaterartiesten, die tijdens haar Parijse show in grote aquaria onder water op hun elektronisch versterkte instrumenten speelden. De modellen presenteerden Iris’ nieuwste ontwerpen met veel transparante lagen stof, rimpelende patronen en stukjes metalen kant onder het geluid van de hypnotiserende muziek. Ook de performatieve kunstvorm blijkt een steeds meer voorkomend fenomeen in galeries, musea en op kunstmanifestaties. Zo orkestreerde de Griekse kunstenaar Stefanos Tsivopoulos tijdens documenta 14 een boeiende performance met de titel Precarious archive. Verscheidene in het zwart geklede vrouwelijke personages liepen druk heen en weer met archiefmateriaal dat ze op grote schermen projecteerden. Aan de hand van fotonegatieven en gedigitaliseerde diaprojecties lieten zij de resultaten zien van een historisch onderzoek naar de periode 1963 - 2002 in Griekenland. Het Griekse kolonelsregime, de Koude Oorlog, en de Truman doctrine; het kwam allemaal voorbij.

Design, fotografie en video-installaties
Andere cross-overs die steeds meer opduiken op beurzen, kunstmanifestaties en in musea zijn die tussen kunst, design, fotografie, en video. Op designgebied timmert niet alleen hightech vormgever Joris laarman maar ook Maarten Baas internationaal flink aan de weg. Baas slecht alle grenzen die er in designland te vinden zijn. Zo presenteerde hij tijdens de Dutch Design Week in Eindhoven een door hemzelf ingericht tijdelijk restaurant in de vorm van een bedoeïenentent met Vlisco prints. Voor bezoekers van de DDW werd in die tent - tegen ruime betaling - een diner van sterrenkok Sergio Herman geserveerd. In opdracht van Luchthaven Schiphol ontwierp Baas een klok waarin een twaalf uur durende film wordt geprojecteerd van een mannetje in overall, dat handmatig de tijd invult en weer uitveegt. En dan is er nog zijn tijdoverschrijdend design, zoals de Tree Trunk Chair die pas over tweehonderd jaar volgroeid en af is. Baas’ ontwerpen getuigen van een speelse, vrije geest, en zijn - net als het werk van Joris Laarman - inmiddels opgenomen in de collecties van belangrijke musea in binnen- en buitenland. Ook fotografie is al jaren favoriet in gevestigde musea. Er zijn zelfs speciale musea ingericht voor fotografie zoals Huis Marseille en Foam in Amsterdam. Nieuwste trend is dat fotografie meer en meer de kant van de installatiekunst opgaat. Denk aan de jonge kunstenaar Robin Gerris, die bestaande foto’s uit de beginjaren van de vorige eeuw met behulp van laser projecteert op gipsen dragers. Daarna wordt de installatie met allerlei schilderkunstige middelen zodanig door de kunstenaar bewerkt dat de foto’s er vervallen en beschadigd uit komen te zien. En dan video, een medium dat de afgelopen jaren een enorme (technische) vlucht heeft genomen door de grote verscheidenheid aan uitingsmogelijkheden: HD opnames, streaming over diverse kanalen, surround sounds, loops, etc. Bij al deze nieuwe toepassingen wordt gebruik gemaakt van geavanceerde elektronica, hightech opnameapparatuur en de nieuwste computertechnologie. Werkte multimediakunstenaar Geert Mul in de jaren tachtig met een simpele Commodore die een extern geheugen had van nog geen 250 KB, de opnametechniek is nu zover gevorderd dat zijn computers rekenen in terabytes. Tijdens Muls solo begin vorig jaar in het Stedelijk Museum Schiedam toonde hij de interactieve installatie Shan Shui. Daarvoor verzamelde hij 500 beelden van Chinese Shan Shui landschapschilderijen. Zelf ontwikkelde software stuurt de beelden naar de projectie; de kijker beïnvloedt het beeld door voor de projectie van positie te veranderen. Hierdoor vervormen de typische Chinese landschappen.

Zwarte kunst in de belangstelling
Hedendaagse kunst volgt ook steeds meer de actualiteit. Thema’s als human rights en vluchtelingen dienen vaker als onderwerp voor kunstenaars. Een bekend voorbeeld van een politieke kunstenaar is de wereldberoemde Ai Wei Wei, die tijdens de vorige editie van de Biënnale van Venetië een maquette van zijn eigen gevangenis toonde met bewakers en al. Maar er zijn veel meer interessante kunstenaars die de mensenrechten en emancipatie van bevolkingsgroepen als thema in hun werk gebruiken. Neem de Amerikaanse schrijver-kunstenaar Adam Pendleton die een fraai boek samenstelde met de titel The Black Dada Reader, dat vorig jaar werd gepresenteerd in KW Institute for Contemporary Art in Berlijn. Daarin zijn veel van zijn teksten en zijn Black Dada Paintings opgenomen, die geïnspireerd zijn op de beweging Black Lives Matter. Naast zijn picturale en videowerken geeft Pendleton multimediaperformances waarin gospelkoren zijn dada-teksten zingen en hij zijn eigen teksten reciteert. Tijdens de afgelopen editie van Frieze New York werd een door hem geschreven pop-up opera live uitgevoerd. Ook de Zuid Afrikaanse kunstenaar Nicolas Hblo roert zich in de politiek van zijn thuisland Zuid-Afrika. Hblo maakt raadselachtige installaties en sculpturen van papier, stof, leer en andere materialen, waarin hij verwijst naar het gewelddadige apartheidsregime dat Zuid-Afrika in het verleden in zijn greep had. Een verleden dat Hblo als zwarte homoseksuele kunstenaar tekende. Afrikaanse kunst is sowieso sterk in opkomst, wat vooral komt door het toegenomen bewustzijn over de eigen geschiedenis. De laatste jaren zijn de prijzen voor kunst uit Afrika op beurzen en in galeries dan ook flink gestegen. Voor kunstwerken van William Kentridge, Isaac Julien en Kudzanai Chiurai worden momenteel hoge prijzen betaald. Het hernieuwde zelfvertrouwen in Afrika blijkt ook uit het vorig jaar geopende Zeitz MOCAA museum in Kaapstad dat enkel eigentijdse Afrikaanse kunst laat zien; in dit museum is geen plaats meer voor kunstuitingen van de voormalige koloniale grootmachten.

Oorlog en vluchtelingen
En dan thema’s als oorlog, onderdrukking en vluchtelingen. Op de tentoonstelling Het Afwezige Museum in Wiels (Brussel) hing een fraai schilderijtje van de uit Antwerpen afkomstige Francis Alÿs. Daarin plaatste hij een comedia dell’arte pierrot uit een achttiende-eeuws schilderij van Watteau tegen de achtergrond van een door hem zelf geschilderd slagveld in Mosul. Een stad waar hij zelf lange tijd verbleef om de oorlog in Irak aan den lijve te ondervinden. De Syrische kunstenaar Tammam Azzam maakt gebruik van diverse technieken om de enorme verwoestingen in zijn door oorlog getroffen land weer te geven: van zeefdrukken en schilderijen tot digitale fotografie en street art. Ook tijdens de afgelopen Documenta 14 kwamen oorlog en onderdrukking met regelmaat voorbij. Daarmee gepaard gaat meestal ook een inperking van de vrijheid van meningsuiting, wat fraai verbeeld werd met de installatie Parthenon of Books van Martha Minujín op de Friederichsplatz in Kassel. Het indrukwekkende geraamte van staal in de vorm van het Parthenon in Athene, stond op het plein waar in 1933 zo’n 2000 boeken door de nazi’s werden verbrand. Bezoekers aan de documenta was gevraagd een verboden boek te doneren en zo onderdeel van het kunstwerk te worden. Je trof er de Bijbel aan, boeken van Goethe, Schiller, Salman Rushdie, George Orwell en zelfs sprookjes van Grimm. Een van de meest voorkomende boeken was Guantanamo Diary van Mohamedou Ould Slahi. Het verscheen in 2015 en staat vol doorhalingen en zwartgemaakte passages; alleen zó kon het worden uitgegeven. Ook de huidige vluchtelingenproblematiek vormt een belangrijk thema in de kunst, en dan met name in fotografie en videokunst. Documentair fotograaf Henk Wildschut verbleef lange tijd in het illegale opvangkamp Ville de Calais en maakte er een fotoreportage en een film over. Het resultaat daarvan presenteerde hij twee jaar terug in Fotomuseum Foam. Gelijktijdig verscheen zijn fotoboek Ville de Calais, waarvoor hij op het fotofestival van Arles de Prix du Livre kreeg. In de film en het boek laat hij zien hoe er in het kamp (The Jungle) hutten en schooltjes uit afvalhout werden gebouwd en er zelfs een straat met winkeltjes ontstond. Positieve boodschap: ondanks moeilijke omstandigheden zullen mensen altijd trachten hun omgeving te cultiveren; ze poten plantjes in hun voortuin, bouwen kerken en shelters voor hun kinderen, nieuwe generaties worden er geboren.

Ecologie, natuur en milieu
En dan tot slot ecologie, natuur en milieu als thema’s in de kunst. Als geen ander zijn kunstenaars in staat om de huidige ontwikkelingen om te zetten in autonome kunstwerken die de verbeelding prikkelen. Zo zijn er kunstenaars die werken met afval afkomstig van de plastic soep uit oceanen, anderen maken sculpturen van eigen huisafval. Weer anderen schrijven expedities uit naar gletsjers om te constateren wat er gebeurt met het landschap wanneer het ijs zich terugtrekt. De Sloveense kunstenaar-geograaf Aljaž Celarc organiseerde zo’n expeditie naar een gletsjer in Slovenië. Tijdens Art Rotterdam 2018 presenteert hij het resultaat daarvan in het paviljoen Prospects & Concepts. Voor de film Ex Topia, die hij samen met Eva Paulič Seifert over de expeditie maakte, filmde hij het kale landschap en interviewde hij enkele deelnemers. Hen werd gevraagd te reageren op de veranderingen in bodemgesteldheid en landschap, ontstaan door opwarming van de aarde en klimaatverandering. De Finse kunstenaar Osmo Rauhala gooit het over een ander boeg. Hij waarschuwt al jaren voor de gevaren van genetische manipulatie van ons voedsel; insecten zullen verdwijnen en de ontstane monocultuur zal uiteindelijk leiden tot een aanzienlijk verlies van de natuur en de voedselkwaliteit. We kunnen volgens Rauhala nog niet alle gevolgen van genmanipulatie overzien. Waarom passen we die techniek dan nu wel toe?
Last but not least is er de Frans- Zwitserse kunstenaar Julian Charrière. Charrière gaat als een geoloog de natuur in en onderzoekt hoe menselijke activiteiten het milieu beïnvloeden. De ene keer fotografeert hij het landschap, de andere keer neemt hij daar iets uit mee. Tijdens Art Basel Hong Kong 2017 toonde hij in de stand van Galerie Dittrich & Slechtriem zijn installatie Coconut Lead Fondue. De installatie bleek het resultaat was van zijn reis naar Bikini Atoll in Micronesië waar hij de gevolgen van de Amerikaanse kernproeven op het eiland onderzocht. Het werk bestaat uit enkele foto’s van het vroeger nog maagdelijke eiland, waarvan de negatieven bewerkt zijn met zand van nucleaire hot spots uit de regio. Ook was er een flinke stapel kanonskogels in de stand en lagen er enkele kokosnoten in loden sarcofagen. Zo bracht Charrière adequaat in beeld hoe het Amerikaanse militair-industriële complex als een soort moderne kolonisator in Bikini Atoll is opgetreden en er de natuur heeft vernietigd.

Blijft staan dat veel kunst - en met name design - bedoeld is om ons te laten genieten van haar intrinsiek kwaliteiten. Met kunst of design, gemaakt om positieve gevoelens en associaties op te roepen of om ons gebruik te laten maken van haar slimme functies, is op zichzelf niets mis. Maar de afgelopen jaren is er wel fundamenteel iets verander: zowel de schilderkunst als de fotografie en de driedimensionale kunst van nu zijn meer en meer gebaseerd op de thema’s van nu. Dat maakt dat ook de computer, robots, nieuwe technologie en talloze andere media steeds vaker worden ingezet om politiek en maatschappelijk engagement te kunnen verbeelden. Kunstenaars openen ons de ogen voor datgene wat er om ons heen gebeurt en wat ons nog te wachten staat. 



Daniel Garcia Andujar, Disaster of War 2017, drwawing by robots